TNO en fieldlab DFC ontwikkelen open source dataplatform mkb
Hoewel ze in uiteenlopende markten opereren, kampen veel maakbedrijven met dezelfde problemen. Een daarvan hoorde Jeroen Broekhuijsen van TNO opvallend vaak en uit verschillende hoeken: de vraag hoe je data uit machines, sensoren, apparaten en andere hardware haalt en die vervolgens opslaat, interpreteert én toepast. Voor het mkb is daarvoor nog geen flexibele, gebruiksvriendelijke én betaalbare tool op de markt. Met ondersteuning vanuit het innovatieprogramma SMITZH, gingen TNO en fieldlab DFC samen aan de slag op zoek naar een oplossing.
Drie maakbedrijven op zoek naar dataplatform voor mkb
Op het moment dat Jeroen de eerste plannen maakte voor een onderzoek naar een dataplatform, klopten er drie Zuid-Hollandse maakbedrijven aan bij SMITZH met precies dezelfde vraag. ‘Dat kon geen toeval zijn’, zegt Jeroen, die vanuit TNO als expertisepartner is aangesloten bij SMITZH. Dus bracht het innovatieprogramma hem en de bedrijven met elkaar in contact en vormden zij samen met fieldlab DFC een consortium.
SMITZH en fieldlab DFC
SMITZH staat voor Smart Manufacturing Industriële Toepassingen in Zuid-Holland. Het innovatieprogramma brengt vraag en aanbod op het gebied van slimme maaktechnologieën bij elkaar, om de toepassing daarvan te stimuleren en bedrijven in de regio te helpen innoveren.
In ieder SMITZH-project doen minimaal een maakbedrijf en een fieldlab mee. The Digital Factory for Composites (DFC) is aanjager van samenwerkingsverbanden op het gebied van digitale productie en vervulde in dit project de rol van fieldlab. Sarah de Smet van DFC en Airborne: ‘In het fieldlab krijg je een goed beeld van de technologie: met de specialistische machines en computers die hier staan en onze uitleg, zie je live hoe data wordt verzameld en in het dashboard verschijnt.
Met data uit hardware kun je ontzettend veel. Bijvoorbeeld bedrijfsprocessen efficiënter inrichten of de kwaliteit van producten verbeteren. Maar dan moet je eerst weten hoe je aan die data komt en wat je ermee kunt.’
– Jeroen Broekhuijsen, TNO