Overslaan en naar de inhoud gaan
starters

Meer details bekend over nieuwe regeling voor starters in coronatijd

Ondernemingen die in de periode 30 september 2019 tot en met 30 juni 2020 zijn gestart kunnen straks het derde kwartaal van 2020 gebruiken om de referentieomzet vast te stellen op basis waarvan zij aanspraak kunnen maken op de nieuwe regeling 'Tegemoetkoming Starters'.

Dat schrijven Minister Van ’t Wout en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat aan de Kamer. Met de regeling wil de overheid starters helpen die net misgrijpen bij andere regelingen, vanwege de eisen qua referentieomzet in onder meer de Tegemoetkoming Vaste Lasten-regeling (TVL). Voor de regeling wordt een budget beschikbaar gesteld van 180 miljoen euro voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

In 2020 zijn er 236.589 bedrijven gestart, waarvan 138.568 zzp’ers. Het is niet vast te stellen hoeveel startende bedrijven, gestart na 15 maart 2020, omzetverlies hebben geleden vanwege COVID-19. Doordat er voor deze bedrijven geen referentieomzet beschikbaar is in voorgaande jaren, kan niet worden vastgesteld hoeveel omzetverlies er geleden is. Bij de Tegemoetkoming Starters zal het derde kwartaal van 2020, toen er slechts beperkte gedragsmaatregelen van kracht waren, als referentieomzet gebruikt worden.

Het kabinet heeft een aantal alternatieven onderzocht voor situaties waarin de referentieomzet van een startende onderneming onbekend is. "Belangrijk uitgangspunt voor het kabinet was daarbij om de steun zo goed mogelijk te laten aansluiten op de situatie van de individuele ondernemer. Starters-subsidie verstrekken binnen de TVL zou tot te veel uitvoeringslast leiden. Het toepassen van een andere referentieperiode of het bieden van een keuze tussen referentieperiodes voor een specifieke groep ondernemers leidt tot lastig uit te leggen ongelijkheid binnen de TVL. Ook zou uitvoering binnen de TVL de openstelling en tijdige uitbetaling van de TVL voor het eerste kwartaal van 2021 in gevaar brengen", aldus Van 't Wout en Keijzer.

Op dit moment kunnen doorstartende bedrijven niet in aanmerking komen voor de TVL. De voornaamste reden hiervoor is dat de inschrijving in het handelsregister wordt gebruikt om vast te stellen wanneer een onderneming is gestart. Op basis van gegevens van de Belastingdienst worden de referentieomzet en het omzetverlies van de onderneming bepaald. Door deze gegevenskoppeling kan de subsidie niet worden gebaseerd op omzetten van eerdere ondernemingen.

Risico's

Het kabinet is niet van plan om risico’s op misbruik of oneigenlijk gebruik tegen te gaan door middel van een accountantsverklaring of een derdenverklaring. "De risico's kunnen ten dele worden gemitigeerd door een derdenverklaring. Deze is nu al voor specifieke aanvragen van de NOW en TVL vereist. Het kabinet acht echter bij de startersregeling een derdenverklaring niet wenselijk. De verklaring moet zien op gegevens die (financiële) informatie van het bedrijf bevestigen. Bij starters is echter zeer de vraag op basis van welke gegevens zo’n verklaring dan zou moeten worden opgesteld. Daarnaast moeten duidelijke richtlijnen worden meegegeven aan de verstrekkers van zo’n verklaring, anders zullen deze zo’n verklaring niet kunnen of willen afgeven. Het probleem is juist dat dergelijke richtlijnen, over hoe een referentieomzet vast te stellen van een startende ondernemers, niet goed zijn op te stellen."

Naast de inhoudelijke dilemma’s, zijn er volgens de minister en de staatssecretairs ook bezwaren in het kader van de uitvoerbaarheid van de regeling. "Een verklaring van een derde is een verklaring die (al dan niet steekproefsgewijs) handmatig gecontroleerd moet worden en waar voor aanvragers hoge kosten aan verbonden kunnen zijn. Dit betekent een extra uitvoeringslast voor UWV en RVO en een extra last voor aanvragers, met name voor het mkb. Deze lasten en de kosten voor de ondernemer staan qua administratieve lasten en bedrag niet in verhouding tot het te verwachten gemiddelde subsidiebedrag per ondernemer."

Hoe de overheid misbruik tegen wil gaan wordt uit de brief nog niet duidelijk, maar de minister en staatssecretaris denken aan uitvoering van de regeling door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, omdat dan gebruik gemaakt kan worden van de daar al aanwezige kennis en systemen. De regeling zal immers veel gelijkenissen hebben met de TVL, die ook door de RVO wordt uitgevoerd.

Gegeven de huidige capaciteitsvraag zal de nadere ontwikkeling en implementatie van de Tegemoetkoming Starters ten minste 16 tot 20 weken duren. Dit komt met name door de samenloop van uitbreidingen van de TVL, waardoor de uitvoeringscapaciteit tegen grenzen aanloopt.

Bron: Accountant, NBA-platform voor accountants en financials.